Skip to main content

Tijdens het tienminutengesprek hoor je dat je kind moeite heeft met zich concentreren in de les. Je zoon of dochter is constant aan het wiebelen en dagdromen in de les. De lesstof komt amper binnen en de cijfers gaan achteruit. Je wilt natuurlijk dat je kind het goed doet op school, maar wat moet je doen als je kind moeite heeft met concentreren?

Concentratie geeft aan hoe lang en hoe intensief iemand zijn aandacht op iets kan vestigen. Daarbij wordt er een relatie gelegd tussen de aandacht en de leerstof (OPDC, 2010).  De aandacht moet worden vastgehouden tot de leerstof is opgenomen. Bij de een duurt dit langer dan bij de ander. Het mechanisme van aandacht filtert de enorme hoeveelheid aan prikkels die op ons afkomt. Aandacht wordt pas concentratie genoemd wanneer de aandacht voor langere tijd vastgehouden moet worden.Ook bij het maken van taken is concentratie nodig, hierbij moet de aandacht vastgehouden worden tot de taak af is. Concentratie is dus nodig bij het aanleren van kennis en vaardigheden, bij het uitvoeren van taken en bij toetsmomenten.

Concentratieproblemen komen voornamelijk door gebrek aan motivatie. (kindercoach en opvoedcoach, Tea Adema) Als een kind ergens geen zin in heeft is het ook logisch dat hij of zij zich niet kan concentreren. Hier kan je als ouder veel invloed op hebben. Je kan de gedachten van je kind tegenspreken. Vind je kind iets saai, probeer het leuker of interessanter te maken. Vertel je kind waar die het later voor kan gebruiken. Wees creatief.

De mate van concentratie varieert enorm per keer. Dat merkt iedereen wel. Je hebt dan ook twee soorten concentratie, vrijwillige concentratie en gedwongen concentratie.

  • Bij vrijwillige concentratie komt de concentratie vanzelf en de focus is dieper en langer van aard, omdat je zelf kiest om hetgeen te doen. Bij je kind kan dat het spelen zijn met poppen. Hij of zij kan helemaal in zijn of haar eigen wereldje zitten. De focus ligt hoog, omdat het kind er zelf voor kiest en het ook erg leuk vind.
  • Bij gedwongen concentratie is concentreren een stuk moeilijker. Je wordt dan geforceerd om iets te doen, wat je misschien niet leuk vindt. Als je kind rekenles niet zo leuk vind, dan is de kans groot dat hij of zij zich moeilijk kan concentreren tijdens de les. Hier is sprake van gedwongen concentratie. Ook kan vrijwillige concentratie en gedwongen concentratie samen gaan. Het kan natuurlijk dat je kind rekenen heel interessant vindt, dan is concentreren in de rekenles veel makkelijker.

De leeftijd van je kind speelt een belangrijke rol bij concentratie. Kinderen ontwikkelen hun aandacht naarmate zij ouder worden. De richtlijn van de aandachtsboog is:

  • 6 jaar: 10 minuten
  • 10 jaar: 20 minuten
  • 13+ jaar: 30 minuten

De concentratie van een kind kan verstoord worden. Er is sprake van een concentratieprobleem wanneer het kind niet in staat is om gedurende een bepaalde tijd intensief aandacht te richten op een taak. Je hebt twee verschillende concentratieproblemen.

  1. Je kind kan zich wel concentreren,  maar het lukt niet. Dit worden concentratiebelemmeringen genoemd. Hierbij spelen interne en externe factoren een rol. Denk aan saaie lessen, verliefd zijn en kabaal.
  2. Je kind heeft moeite met concentreren doordat het concentratievermogen ontbreekt. Dan is er sprake van een concentratiestoornis (ADHD/ADD). Bij een concentratiestoornis is het vaak dat de concentratie van hele korte duur is.

Een concentratieprobleem is dus niet gelijk een stoornis, meestal is het wel op te lossen. Daarvoor is het belangrijk om naar de oorzaak te kijken van het probleem.

De concentratie van je kind wordt beïnvloed door verschillende factoren. Er zijn interne (in het kind zelf) en externe factoren (buiten het kind).

Interne factoren

  • Interne factoren kunnen verschillend van aard zijn: emotioneel, neurologisch, medisch of door een verstoorde waarneming.
    • Emotionele oorzaken: Emoties hebben veel invloed op je gedachten en gedrag. Wanneer je je heel verdrietig voelt is concentreren vaak moeilijk. Zo ook als je enorm blij bent. Ingrijpende gebeurtenissen, zoals het overlijden van een familielid, kunnen ook de concentratie sterk beïnvloeden.
    • Neurologische oorzaken: Dit kan hersenbeschadiging zijn, ADHD, ADD of andere belemmeringen die door neurologisch onderzoek kunnen worden vastgesteld.
    • Medische oorzaken: Hierbij kun je denken aan epilepsie, gehoorproblemen en visuele problemen. Wanneer je het bord niet kan lezen, of de juf niet kan horen, dan is het natuurlijk lastig om geconcentreerd te blijven.
    • Verstoorde waarneming: Hierbij wordt de wereld door het kind verstoord en bedreigend ervaren. Denk hierbij aan integratieproblemen of autisme.

Externe factoren

  • Externe factoren zijn alle invloeden van buitenaf. Enkele voorbeelden zijn:
    • De school: Kinderen leren voornamelijk vanuit een klaslokaal. Wanneer het klaslokaal te druk is versierd, of het is enorm rumoerig in de klas,  kan een kind zich moeilijker concentreren op zijn taakjes. De school kan daarin met regels natuurlijk veel invloed op hebben.
    • Het onderwijsaanbod: De stof moet naast leerzaam ook goed aangepast zijn op de kinderen. Het wordt lastig als het te moeilijk, te makkelijk of te saai is.
    • De gezinssituatie: Een kind spendeert zijn tijd voornamelijk op school en thuis.  De ervaringen van de thuissituatie worden onvermijdelijk ook meegenomen in de leersituatie op school. Als er rust binnen het gezin is, zal het kind zich ook beter kunnen concentreren. Ook hebben slaapgewoonten en vrijetijdsbesteding invloed op de concentratie van een kind.

Wat kun je doen om de concentratie van je kind te verbeteren?

Zoals eerder vermeld, is er bijna altijd wat te doen aan de verminderde concentratie van een kind. Wanneer je de oorzaak gevonden hebt, kun je beginnen met de aanpak. De aanpak verschilt natuurlijk per oorzaak. Hierbij een paar tips voor betere concentratie:

“Onderzoekers van de Universiteit van Aberdeen en Leeds hebben ontdekt dat gematigde intensieve beweging een positief resultaat heeft op de resultaten van een kind. “  

Beweging blijkt uit onderzoek goed te zijn voor concentratie. Kinderen die tijdens de reken-en taallessen bewegen, leren veel meer dan kinderen die stilzitten volgens wetenschappers van de Rijksuniversiteit Groningen.  De breinexpert Mark Tigchelaar legt dit uit. Wanneer je namelijk een les volgt of een presentatie gebruik je maar 20% van je hersenen. De hersenen hebben voor 80% dus nog ruimte om af te dwalen. Dagdromen of plannen zijn vormen van afdwalen. Als je beweegt tijdens een les, dan worden je hersenen meer geprikkeld, waardoor je meer procent van je hersenen gebruikt. Zo blijft er minder ruimte over om af te dwalen. Het kneden van kneedgum, friemelen aan een pen of wiebelen met een stoel heeft dus juist een positief effect op de concentratie. Natuurlijk moet dit met mate, anders leidt het juist af.

“Concentratie/focus/aandacht is net een spier die je kan trainen” – Mark Tigchelaar, breinexpert.  

Met focus spelletjes en oefeningen kun je de concentratie van je kind trainen. Het beste is om telefoon en tablet spelletjes achterwege te laten en reguliere spelletjes te gebruiken waarbij denken, plannen en het geheugen bij komen kijken. Net zoals met alles; hoe vaker een kind oefent met concentreren, hoe beter het gaat.

Voeding is natuurlijk enorm belangrijk voor het brein en zeker voor een kind die zich ontwikkelt. Wanneer een kind weinig, slecht of ongezond eet, zal zijn of haar hersenen minder goed en snel werken. Met eten tank je het brein vol met “benzine”, zodat de motor weer kan draaien. (Nutrition and the brain, Fernstrom, J. D., & Wurtman, R. J. ,1974)

Zoals eerder vermeld is slaap cruciaal voor de concentratie. Wanneer een kind moe is zal die sneller afgeleid raken en minder gemotiveerd. Dat zorgt voor een verminderde concentratie. Goed slapen is nodig voor het brein, de motor moet ook afgekoeld worden.

Afwisseling zorgt voor meer aandacht van een kind. Als een kind lang naar de juf heeft geluisterd, is het fijn om daarna even iets te maken of te doen. De aandachtsboog verslapt hoe langer het duurt. Na een bepaalde tijd een nieuwe taak zorgt voor een nieuwe prikkel en dus ook voor meer aandacht. (Drs. Tamar de Vos-van der Hoeven)

Aanmoediging, daar groeit je kind van. Als concentreren niet zo goed lukt, wees niet boos maar bemoedig je kind. Blijf rustig, zo schrik een kind er niet van. Zoek samen uit waardoor het komt. Positief blijven kijken en het geven van complimentjes wanneer het wel lukt helpt ook enorm voor de motivatie.

Concentratieproblemen komen heel vaak voor. Het is een minder groot probleem dan je misschien zal denken. Zoek de oorzaak op van de afleiding en probeer het te verhelpen. Wanneer het echt niet lukt kun je altijd professioneel hulp zoeken.

Heeft uw kind moeite met een bepaald vak? Bijles kan daarin helpen. Misschien kan uw kind zich thuis beter concentreren. Maak kennis met ons en laat een van onze bijlesdocenten je zoon of dochter helpen.

Referenties:
https://www.researchgate.net/publication/5242243_Voluntary_and_involuntary_attention_have_different_consequences_The_effect_of_perceptual_difficulty
https://www.heutinkvoorthuis.nl/nl/tips-om-je-kind-te-helpen-met-concentreren/news/168/
https://educatie-en-school.infonu.nl/diversen/152962-concentratie-en-werkhouding-bij-kinderen.html
https://www.ninds.nih.gov/Disorders/patient-caregiver-education/understanding-sleep